Voor de radiator hebben we in eerste instantie ons heil proberen te zoeken in iets bestaand maar om 1 of andere reden bleek die net niet te passen. Zowel de Mitsu als Subaru radiator zijn enkele cm’s te groot. De Sierra Cosworth radiator kwam qua breedte het best in de buurt maar is dan weer iets te laag zodat je ook daar weer koelcapaciteit verliest.
Dus wederom maar 1 oplossing : zelf maken. Omdat we de luchtinlaat niet op de traditionele plaats gemaakt hebben konden we vrij breed gaan. We hebben gekozen voor een net van 62mm dikte met dubbele rijen. Dit type net heeft zijn efficientie al heeft bewezen in talloze endurance races en in de rallycross.
Het voordeel is dat je zelf exact de afmetingen kunt bepalen en zo ook elke vierkante cm oppervlakte kunt gebruiken. Het is dan gewoon nog een kwestie van de zijbakjes te plooien, deze te voorzien van de nodige teutjes en andere attributen en alles af te lassen. (wat nog moet gebeuren)
Om de efficientie nog wat te verhogen hebben we er ook nog voor gezorgd dat het opgewarmde water 2x door de radiator passeert (1ste keer in de onderste helft en de 2de keer in de bovenste helft). Op deze manier win je gemiddeld nog eens 15 tot 18% aan koelcapaciteit.
Het expansievat hebben we weggestoken onder de voorruit waar normaal het verwarmingsblok zit en is een ronde alu koker met dia 140mm die we aan de beide uiteinde hebben dichtgelast. De lengte bedraagt ong. 350mm.
Om de olie van onze krachtbron te koelen gebruiken we geen traditionele oliekoeler maar een dual core warmtewisselaar van Laminova. Voordeel is dat de motorolie bij koudstart veel sneller opwarmt en de koeler is natuurlijk ook veel minder kwetsbaar voor steentjes en andere projectielen.
Het water wordt rondgestuwd door een Craigs electrische waterpomp. Met deze setup gaan we er van uit dat we zowel de watertemperatuur als olietemperatuur onder controle kunnen houden. Om de natuurlijke luchtstroom nog wat bij te staan monteren we op de radiator nog een 385mm zuigende Spal fan.